Dijken en kwelders zijn hier op het Wad bijzondere delen in het landschap. Tijdens vloed overstroomt een deel van het land en neemt de zee klei- en zanddeeltjes mee. Door de constante sedimentatie van zeeklei ontstaan kwelders. Uitgestrekte zeekleivlakten die bij eb droog liggen en alleen bij vloed overstromen. Zo slibt de kwelder op tot grote vruchtbare gebieden. Het water op de kwelders zoekt zich een weg via kreken. Het is een proces die al eeuwenlang voortgaat. En kwelders zijn voedselrijke gebieden. Ooit lag ook IJlst aan de Middelsee . Vandaar dat wij nog steeds schelpen bovenhalen uit de kleilaag in bij ons thuis. Dat geheim is bewaard gebleven in het geheugen van de grondlaag in mijn achtertuin. Rond 1100 slibde de Middelsee steeds verder dicht vanuit de Waddenzee en de monniken in Noord Friesland wilden wel een handje helpen door bedijking aan te leggen om de aangroei van vruchtbare kwelders te versnellen. Langzaam zijn dan ook de dijken aan de Noordzijde van Friesland ontstaan. Nu doet het vooral dienst om het land niet te laten verdrinken en ons droge voeten te laten behouden.
Op de dijk liggen de stenen welke met jaartal ook de hoogte van de NAP grens aan geven van een nieuwe verhoging van de dijk. Sommige hele oude stenen zijn bijna niet meer leesbaar en het valt op dat de vorige eeuw steeds sneller een verhoging van de dijk plaats vond. Confronterend als je na gaat denken over de opwarming van de aarde en het waterpeil toch versnelt zal stijgen. Hoe zou dat er over twee eeuwen uitzien, een hele hoge muur om Friesland om de zee tegen te houden en als je dan over die hele hoge muur moet zie je nog alleen maar diep zeewater, het hele Wad weg, geen wadlopen meer. geen zandplaten, en zou er dan nog een eiland zijn, of worden het ook grondplaten met muren er om heen. Of praten we over de eeuwen heen over het verdronken land en dorpen wat ooit in 2021 Noord Friesland heette. Ik kan mij dat scenario niet voorstellen en ik probeer lopende weg mij ook maar meer te concentreren op het nu. Te concentreren op de stenen, het handschrift en de jaartallen, ontdek dat daar eigenlijk een hele geschiedenis is vastgelegd. Want wie was Caspar De Robles, een steen ivm. de afsluiting van de Zuiderzee, ik loop door om op een later tijdstip maar eens beter in de geschiedenis van de dijkophoging te verdiepen.
De dijken, ooit fotografeerde ik om ze heen maar door de jaren heen ben ik er van gaan houden, de stevige stoere elementen in het landschap, door mensen toegevoegd. Opgebouwd uit basaltstenen met zijn natuurlijke honingraatvormen, zeldzaam omdat de meeste natuurlijke vormen organisch zijn met rondingen. De natuur eigent zich deze dijken toe, er blijft van alles haken tussen de dijken, schelpen, krabbetjes die niet terug zijn gekeerd naar de zee maar overgeleverd waren aan de vogels. En ook de begroeiing tussen de stenen worden kleine landschapjes. Sterk omdat ze juist op schraalheid kunnen leven, weinig nodig hebben en het doen met dat wat weinig wat er is. Het zijn geen weelderige groeiers, langzaam, sterk en ze laten zich zeer zeker niet verdrijven. Nu in de herfst vallen ze enorm op. Ze zijn geel, oranje en soms ook vrij fel rood. En hoppend van steen tot steen ontdek ik de rijkdom van de dijken.