Het zwarte goud – 3

Mijn eerste verkenning van De Deelen is een wandeltocht met grote contrasten. Het landschap met de grote vlakken zwarte bovengehaalde veenlagen, strakke lijnen, en een bijna vlak en leeg landschap waar 2 mannen zwijgzaam werken terwijl de ijzeren grijparm het zwaarste  werk levert. Het geluid van de kraan doorklieft luid het landschap. De schapen aan de andere kant van het Streamkanaal grazen onverstoorbaar door, zij zijn de werkgeluiden gewend.

Een paar honderd meter verderop begint het natuurgebied van De Deelen. Het is een uitgestrekt complex van laagveenmoerassen in het lage midden van Friesland. De Deelen ligt in de vroegere benedenloop van de Boorne of Koningsdiep. Door vervening is in de 20e eeuw echter veel veen verdwenen. De trekgaten (“petgaten” in het Fries) in de Deelen zijn betrekkelijk nieuw, omdat men hier pas rond 1920 met vervenen begon. Bovendien wordt – bij wijze van natuurontwikkeling- nog steeds veen gewonnen waarbij nieuwe petgaten ontstaan. Zodoende wordt dit laagveencomplex gekenmerkt door een naar verhouding groot oppervlak aan open water. Ook zichtbaar is de jonge ontwikkeling van nieuwe natuur welke zich langzaam hier kan ontwikkelen.

Langs de oevers van de waterpartijen zijn smalle natuurlijke looppaden, met ruige kanten waar struiken, bomen en moerassige gronden door de tijd en het verval hun eigen gang gaan. Het is zo stil… de roep van de vogels, het klapperen van de wieken van opvliegende eenden en soms even helemaal niets. Dan valt een enkele druppel in het water, dat doorbreekt de stilte. Het is ongelooflijk, dat een gebied door mensenhanden is bewerkt, achtergelaten en waar de natuur weer zijn eigen weg gaat zo bijzonder kan zijn. Wat ik vooral zie is dat men hier weinig ingrijpt, bomen vallen in het water en vormt uiteindelijk in de laag van de bodem een nieuwe laag als herinnering. Hier en daar zijn er houten looppaden over het water maar op mijn weg is deze vervallen. Ik herinner mij dat er een bord stond “geen doorgang” . Klopte dus, ik zoek mijn pad door een ander gedeelte en verlaat het open waterrijke gedeelte.

Het is goed dat ik gekozen heb om maar mijn dikke wandelschoenen aan te trekken. Blijven mijn voeten droog in de sompige grond van het moerassige gebied waar ik instap. Grappig in het woord moeras zit het woord oer, wat juist hier zo zichtbaar is. De lagen zijn hier opgebouwd door resten boom, overgroeid door mos, 0vergeleverd aan het water welke de strijd gewonnen heeft. Gevallen blad drijft op het wateroppervlakte als confetti viert het zijn laatste feestje. Het zal na afloop zinken samen met de resten van takken, varens, uitgebloeide en stervende plantendelen om laag op laag  op de bodem geschiedenis te schrijven.

Ik keer terug met wat vondsten van delen knoestig hout, lang in het veen bewaard, zijn gewicht verloren……. zo licht als papier geworden.

%d bloggers liken dit:
search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close