Mijn wandeltochten in Emmen zijn dit keer toch anders dan gewoonlijk. Het onderzoek naar het geheugen van het landschap speelt zich meestal af in gebieden die voor mij minder bekent zijn , waar ik open het landschap kan benaderen om te zoeken naar het geheugen van dat landschap. Maar als je geboren bent in dat landschap en daar je jeugd hebt doorgebracht, besef ik des te meer dat ik ook deel uit heb gemaakt van dat landschap, misschien iets heb achtergelaten. Maar vooral ook mijn eigen geheugen en het landschap in Emmen, daar kan ik niet omheen. Mijn eigen verhaal…..en is dat verhaal ook niet heel subjectief, die ik voor waarheid heb aangenomen door de tijd heen. En welke herinneringen zijn meegewaaid met de wind en komen weer terug……
Opgegroeid in Emmen, Emmermeer en in de jaren vijftig de eerste nieuwbouwwijk. Gebouwd op een plek wat ooit een meer was. Hou ik daarom zo van het water, ligt die oorsprong daar heel diep verborgen. De straten stonden nog weleens vol na stortbuien. Als kind vond je dat geweldig, zomaar een blanke straat en de rivier voor je deur. De Meerstraat herinnert nog aan die oude geschiedenis van het landschap en ook de straten met bloemen namen. Wij woonden aan de Wolfsklauw, een moerasplant die daar voorkwam. Daar heb je al een stukje van een laag van het geheugen van het landschap te pakken. een landschap wat langzaam verandert in een stedelijk landschap, een gebouwd landschap.
Een wijk waarin ruimte was, een huis met een kolenbak en een tuin, wij nog uitzicht hadden op de Schimmeres. Daar waar in de winter altijd geschaatst kon worden op het ondergelopen land. Waar de winter zijn best deed om de straten spectaculair glad van de ijzel te maken en wij gewoon door de straten schaatsten. Waar speeltuinen waren en een park met water voor het pootje baden. Structuren nog duidelijk waren, je ging naar de wekelijkse markt voor een visje, en je vulde een boodschappen briefje in voor de Spar, want daar was mijn oom de eigenaar van. De melkboer kwam langs, ik herinner mij nog dat mijn moeder daar met een melkkan naar toe ging en dan kreeg je één heel of één half maantje. Een rond glas in een raampje, en een hendel die de melkboer omzette. Het melk liep eruit en als het voor de helft leeg liep dan had je één half maantje/ één halve liter. Ook de lompen werden gehaald, een hele oude vrouw (maar wat is oud als je dat met je kinderogen bekijkt) liep door de straten, ze moest sterk zijn want ze duwde de volgeladen oude kinderwagen door de straten. Hoge stapels lompen verzamelde ze en de kar zag je langzaam verdwijnen onder een berg lompen. De scharensliep kwam ook langs, je had altijd goed scherp gereedschap, een nieuw aardappelmesje werd bij je huwelijk gekocht en ging je hele leven mee. De stoelen werden weer gemat als het bies versleten was, ze kwamen gewoon langs de deur. Dat was al heel erg duurzaam, maar daar had men nooit van gehoord. Je gooide gewoon niets zomaar weg, je liet iets slijpen totdat het niet meer te slijpen viel, de stoelen matten en dan waren ze weer als nieuw . Het waren vaak de mensen van het woonwagenkamp welke de lompen halen, stoelen matten en de scharen en messen slijpen. Zij woonden in hun wagens vlakbij op de Es.
De Schimmeres, wij keken vanuit ons huis uit op de Schimmeres. Een geliefd speelterrein. De Es waar de winter de gronden zwart lieten afsteken met de ruige achtergebleven stoppels. Maar in de zomerzon kleurde de Es geel en ik wist dat tegen de tijd dat ik jarig werd in augustus de boeren het koren gingen dorsen om in grote bulten op te zetten, het drogen van het graan. Ondanks de prachtige speeltuinen was dat ons geliefd speelterrein. In de schoven kon je gewoon even wegkruipen, in je eigen huisje en sommige kinderen sprongen er gewoon bovenop, waar ik denk de boeren niet zo blij mee waren. En op de Es stond ook het woonwagenkamp, daar waar de scharensliep, de matter en de lompenvrouw woonden. Een bijzondere plek. Waar mijn moeder liever niet wilde dat we er kwamen en de reden was mij volkomen duister. Alles stond daar schots en scheef door elkaar met van alles en nog wat om hun wagens heen. Als kind kun je ook altijd van alles gebruiken en daar lag het gewoon bij hun achterdeur.
De Es had voor mij nog een bijzondere plek, het Langgraf. Een prachtige verborgen plek in het landschap met wel heel veel grote stenen. Er zijn vele oude ansichtkaarten van gemaakt, maar zo vreemd, een ansichtkaart met Afrikaanse hutjes op de achtergrond of zijn dat toch de korenschoven maar in mijn herinnering hebben die er toch nooit zo uit gezien. ………een vreemd raadsel.
Je kon er met een groep kinderen verstoppertje spelen en makkelijk ongezien van plek veranderen. We bedachten daar allerlei spelletjes met onze eigen regels. Dat het een plek was van een hunebed, en eigenlijk een graf was waar je iemand begraaft, dat heb ik toen wij er speelden nooit geweten. En als ik mij verschool onder de grote stenen en de geur daar rook heb ik altijd de jongens verdacht van wildplassen. Veel later toen er een grote hunebedden tentoonstelling was in het Drents Museum te Assen liep ik daar tussen wanden van hunebedstenen door. En ja die geur, ik rook hem opnieuw, ik twijfelde ik kon het mij verbeelden. Bij een mevrouw van het museum nagevraagd. Het klopte dat ik het rook, het is de specifieke geur van sommige plekken onder de stenen, die ze als museum ook in de tentoonstelling hadden aangebracht. Heel bijzonder dat geuren ook een betekenislaag hebben in het geheugen van het landschap. Dat werd ik mij daar des te meer bewust.
De Noorder Dierentuin, voor mij is de dierentuin vooral verbonden aan de speciale kwartjesdagen, de tijd dat je met een kwartje betaalde. Dan gingen we met het hele gezin op naar de dierentuin. En bij binnenkomst was er een hoge berg, heel hoog. Als kind in de jaren 50 was je leefwereld Emmen, buitenland en bergen had je nog nooit gezien. De berg waar de klimgeiten, bokken en gemzen tegen op klommen was voor mij als kind een enorme echte berg. Hoe anders kijk je tegen het landschap aan als je ouder bent en ook vanuit een ander gezichtsveld, letterlijk, de hoogte, maar ook met een onschuldige kinderblik de wereld om je heen bekijken.
De komende tijd ga ik terug naar deze plekken, met de vraag welke gelaagdheid vind ik daar en wat is dan het geheugen van dit landschap uit mijn jeugd. Zijn er nog verhalen, zijn er nog meer oude foto,s, en kijk ik nu anders, hoe zie ik deze plekken nu ik ze opnieuw ga ontmoeten. Zullen “oude wegen” weer nieuwe sporen blootleggen……
fotoverantwoording, met dank aan:
facebookpagina:
Oud Emmermeer, Oud Emmen, De Noorder Dierentuin
particuliere collectie’s,