De eerste anderhalve week van mijn verblijf was voor mij een week lang wandelen met een gunstig getij. Het werd eb, en dan is bijna de gehele wandeling door de kwelders terwijl de zee zich terug trekt en lijnen maakt in het landschap. De vloedlijnen, als het water het hoogst staat, waarna de zee zich terug trekt. Je ziet het verschil tussen natte gronden en de droge gronden door de kleur, Het eindeloze landschap waarin je voor een groot aantal uren over de zeebodem kan lopen tekent zich soms donker af tegen de grens waar het land droog is gebleven. In dit eindeloze landschap voegt de zee de gelaagdheid toe. Donkere vlakken en lijnen verdeeld over deze kale vlaktes waarin het klei zoveel verschillende nuances voortbrengt. Het oogt bijna als een grafisch landschap. Ieder getij van eb en vloed kent verschillende vervallen in het water, dat is soms terug te vinden in de donkere vlakken. In detail zijn de vlakken nooit loodrecht, ze bewegen zich zoals de golven door dit landschap. De ongelijke gebarsten droge bodem geeft grillige rafelranden. Tegelijk zijn dit ook juist de poëtische lijnen in dit meedogenloze landschap.
Afhankelijk van de wind en de stroming neemt de zee ook losse materialen mee en werpt dit neer om achter te blijven op de vloedlijn. Losgeraakte zeewieren, krabjes, schelpen, mosselen en oesters. Steentjes, stukjes turf, algen, hout, kwallen, zee-egels,veren, touw en delen van visnetten. Resten uit een verleden van hier of daar, meegedeind met de zee, aangespoeld aan land, welke ook als een lange geschiedenislijn langs delen van de Waddenkust liggen. Als het lang in deze hete zon ligt te branden wordt het bijna papier. De randen zijn wat rommelig maar het zijn de verhaallijnen van dit landschap van wie er was of wat er leefde.
Op de diepere delen van de Waddenzee blijft water staan, daar zie je de afzettingen op de dijk of op pieren, Of blijven losgeslagen zeewieren meedeinen op de vloedlijn tegen de dijk, enorme massa,s dansen en wiegen op het ritme van de golfslag. Stenen die begroeid raken met pokken, die zichtbaar worden omdat de stenen hun koppen boven het water uitsteken. Het zijn momenten van een aantal uur, tot de volgende vloed. het zijn de lievelingsplekken van de vogels omdat hier vele levende beestjes te halen zijn. Mooi om te zien dat de vogels zich meebewegen met eb en vloed. Zij leven op het ritme van de natuur, hoeven niet in de krant te kijken naar de eb en vloedtijden. Het zit in hun genen, een kennis die door wordt gegeven. Als aan de vloedlijn vele veertjes liggen weet je ook dat hier vele vogels zijn op dat gedeelte van het land, bij de mosselbanken vind je dan ook veel losgeslagen mosselen op de vloedlijn. Vooral als je hier veel loopt weet je door goed te kijken steeds meer over dit zo ogenschijnlijk lege landschap. Een leeg landschap vol verhalen, meedogenloos en gelaagd. En altijd weer in beweging op het ritme van eb en vloed.