Roptazijl is het startpunt, de zee heeft al een groot stuk zeebodem blootgelegd en al snel vind ik een doorgang naar de kwelder. Doordat de zon al dagenlang meedogenloos schijnt met hoge temperaturen is de kwelder behoorlijk droog geworden. Natte voeten krijg je nu niet gauw, de paden zijn klei-paden hard gebakken door de zon. Een gebied waar het stil is en geen enkele wandelaar tegen kom. Dat is altijd fijn om goed het landschap in je op te kunnen nemen en dat is niet alleen wat je oog ziet, maar ook wat je hoort, de geur en wat je voelt, en soms wat je zomaar kan raken of ontroeren. Dat maakt het voor mij tot een landschap. wat uit meerdere lagen bestaat. En altijd wil je doorlopen tot voorbij een volgende bocht, benieuwd of daar het landschap verandert. En dat gebeurde, bij Koehoal, een heel klein buurtschap binnen de dijk. Een aantal boerderijtjes en vissershuisjes. Buitendijks in de kwelder was eerst een vreemde witte lijn zichtbaar en als je doorloopt ontdek je een hele lange pier in het water. Aan het eind van de pier stond een restant rond betonnen blok. (vermoedelijk een restant uit de 2e wereldoorlog). Door de felblauwe lucht, het water en die prachtige pier lijkt het of je een andere wereld instapt. Onder de indruk van dit ongelooflijk blauwe landschap, zover als je oog reikt met zijn vele nuances en vormen en die lange pier op de droog gelegde zeebodem, zijn slenken en zandbanken, zo onbeschrijfelijk indrukwekkend. Ik kan mij eerst moeilijk concentreren op de details van het landschap, de beweging van het getij en observeren hoe het landschap hierdoor verandert en wat het landschap prijsgeeft bij laag water. Mij afzijdig houden van deze schoonheid.
Terug lopend over de pier ontdek je de details, vlak onder je voeten zijn er verborgen dieptes tussen de basalt-stenen van de pier. Soms blijft er water achter waar nog krabbetjes proberen te overleven tot de volgende vloed, waar algen zich vastklampen aan de zijkant van de stenen als een groene oplichtende rand. Schelpen liggen opgestapeld in de gaten, kris kras en ongeordend neergeworpen en achtergebleven, slakken laten daar hun sporen achter op de schelpen, losgeslagen zeewier drijft nog in het water tussen de stenen of zijn achtergelaten op de pier als een lange slinger, en pokken worden zichtbaar op de schelpen. Het lijken kleine geheime doosjes tussen de stenen waarvan de dekseltjes ontbreken.
Naast de pier liggen er grote delen van de zeebodem bloot, gebarsten klei in nog natte vormen, weer anders van vorm, structuur en kleur dan in Roptazyl of Peasens Moddergat. Zelfs aan de beide kanten van de pier is de kleibodem met achtergebleven restanten water verschillend van elkaar. De andere kant heeft een bruin oranje bodem door de wieren of algen. en daar liggen de puzzelstukken klei hoger waardoor er gebarsten kleilagen op de kopse kanten ontstaan.
Ik zal nogmaals terug gaan om ook hier het zeeklei te scheppen, experimenteren of die roestbruine kleur van het wier of alg anders werkt, ander resultaat geeft. Het is zo overweldigend dat het mij bijna beangstigd dat ik het niet kan opslaan in mijn geheugen. Fijn dat mijn camera de momenten bevriest en soms ook isoleert, weg uit het enorme oogverblindende geheel.